donderdag 19 april 2012

Geen kennis

In de late jaren vijftig, begin zestig van de vorige eeuw was er een studentenpredikant onderwerp van discussie onder de ouderlingen van de Geref. Kerk in Urk. De predikant had een aantal dingen gezegd of misschien stellingen geponeerd, die het meer dan gemiddelde orthodoxe hart van de Urkers niet kon bekoren. Mijn vader hoedde zich om de discussie theologisch aan te gaan. Hij verdedigde de studentenpredikant heel pragmatisch. En stelde zijn medebroeders (zusters waren en zijn nog immer uit beeld) voor om zich eens in zijn (van de studentenpastor) schoenen te verplaatsen. “Vind”, zei hij, “maar eens een knap antwoord op al die vragen, die de studenten aan je stellen. En ze willen ook nog een definitief antwoord, die elke tegenspraak overbodig maakt.” Ik geloof niet dat het antwoord de broeders tot een wat gematigder oordeel vermurwde, maar het idee dat er achter zat om op zo’n manier de discussie aan te gaan, wekte mijn interesse toen. Toen ik daarnaar vroeg, zei mijn goede vader, dat in dit soort zaken vaak ging over zulke specifieke zaken die een zo hoog speciaal kennisgehalte vroeg, dat je eigenlijk alleen met enig fatsoen er iets over kon zeggen, wanneer je daartoe de deskundigheid bezat. Kort en goed, vaak werd er maar wat geroepen, en het enige dat duidelijk was, was de bril waardoor men keek. Die stond stevig op de neus en was bepalend voor het zicht op de wereld. Mij besluipt de gedachte ook vaak wanneer ik allerlei standpunten lees op theologisch gebied. Ze zijn vaak heel precies op de vierkante millimeter maar trekken zich bijster weinig aan van kennis op andere deelgebieden. En wat ik dan weer mis, is juist het opnieuw doordenken van standpunten vanwege het zijlicht van andere ontwikkelingen. Een voorbeeldje? In de orthodoxe verzoeningsleer neemt de trits ‘schepping-zondeval-verlossing’ een centrale plaats in. Een duidelijk lineair begrip. In de tijd. IJkpunten uiteraard de Schepping door God, daarna de val van Adam en een paar duizend jaar later de verlossing door de Jezus Christus. Maar om een of andere reden past zo’n historische trits niet goed in mijn wereldbeeld. God en Jezus als fenomeen geven geen overkomelijk probleem. Maar Adam als historisch figuur wel. Want voor het hoe van de schepping vaar ik op wetenschappelijke inzichten daaromtrent. Niet op achterhaalde wereldbeelden. Het betekent wel dat ik dus ‘mijn’ theologie moet herinterpreteren. En zoals altijd, ga ik dan graag bij kenners te rade. Want ik wil niet, ondanks gebrek aan specifieke kennis, er maar op los redeneren. En dan blijkt dat ik in de kou blijf staan. Dominees preken er niet over. In weinig boeken lees ik er iets over. Of ik zoek in de verkeerde bieb. Zou ook kunnen. Maar de onvrede blijft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten