Eerste naïviteit
Sommige dingen zijn niet in te bedden in je dagelijkse denken. Je voorstellingsvermogen weigert dan dienst. Dat heeft ook iets te maken met het collectief denken. Hoe je cultuur in groter verband tegen zaken aankijkt. Hoe je ook je best doet, het lukt je niet om de aarde plat voor te stellen als realiteit. Dat was x eeuwen geleden juist andersom. Normaliter geeft dat niet veel problemen. Maar bij ons geloven stuit de algemene opinie nog wel eens al dan niet nodig op ons gelovig denken. Ik denk dan aan gebeurtenissen zoals in de bijbel staan beschreven als hemelvaart, Jona, de drie vrienden in de vurige oven in Daniel. En deze reeks is moeiteloos aan te vullen met andere wonderlijke gebeurtenissen.
Een gelovige begint meestal gewoon naïef en kinderlijk de zaken aan te nemen. De letterlijke waarheid is niet in het geding. Over water wandelen kan dan. Het is de tijd van kinderbijbelverhalen en kinderbijbeltheologie. Ze geven een rustig en comfortabel beeldverhaal.
Sommige gelovigen zien kans om hun hele leven op de een of andere manier in deze eerste naïviteit te kunnen blijven. Op de een of andere manier kunnen ze dat scheiden van hun normale wereldbeeld. Dat is echter niet voor iedereen weggelegd. Bij het voortschrijden der jaren wordt je denken meer en meer beïnvloedt door de omliggende cultuur, wetenschappelijk denken en ervaringen. Dan kan het gebeuren dat je je opeens realiseert dat er een kloof zit tussen wat je altijd gelovig aannam en wat je zogezegd seculier 1) gelooft en aanneemt.
Dit kan twee gevolgen hebben. Het eerste gevolg is dat je de ratio (het verstand) laat winnen en al dit soort (beschreven) gebeurtenissen mijdt in denken en luisteren. En in het extreemste geval neem je, soms met weemoed, soms wat agressief, afstand en afscheid. Het geloof functioneert niet meer op de traditionele manier al wil je het misschien nog zo graag. Je verstand zit je dwars.
Seculiere tijd
Ik moet nu even een uitstapje maken naar Karl Barth. Barth zegt over Gods wegen dat deze niet gelijk lopen met onze wegen maar daar als een donderslag recht op staan. Een verticale lijn in onze horizontale lijn.
Die horizontale lijn is onze seculiere tijd. Zij verstrijkt en wij verstrijken mee. Wat levert dat op? Wij krijgen een steeds groter verleden en steeds kortere toekomst. En aan ander belangrijk aspect hiervan is, het is niet herhaalbaar. Je kunt je geschiedenis niet herhalen, opnieuw beleven. Seculiere tijd is eenmalig.
Maar we hebben als gelovigen ook nog een andere tijd. Heilige tijd of anders mystieke tijd. Dit is trouwens eigen aan de geloven, die wij kennen. Christendom, Hindoeïsme, Islam. Wij kennen dus een mystieke tijd. En die tijd kan steeds weer herhaald en beleefd worden. Gebeden, rituelen, sacramenten. Ik geef een aardig voorbeeld van deze tijdloze tijd.
Cederavond ! Ik citeer: Op deze avond gaat de familie met elkaar eten. Het is geen gewone maaltijd: de kinderen hebben een belangrijke rol. Eerst worden de kaarsen aangestoken en wenst iedereen elkaar vrolijk Pesach.Dan wordt er wijn of druivensap gedronken.Het jongste kind stelt zingend vier vragen. Bijvoorbeeld 'waarom deze avond anders is dan andere avonden en waarom ze matse eten, een plat ongerezen brood.'We eten matzes, dat zijn platte broden, om te herdenken, dat het joodse volk uit Egypte trok en ze hadden toen geen tijd genoeg om het brood nog te laten rijzen en toen bleven het dus platte broden zoals de matzes.Wij dopen peterselie in zout water en waarom is dat water zout?Omdat de tranen van de mensen die toen gehuild hebben ook zout waren van het verdriet van de slaven, tranen van verdriet van de slavernij.Dan gaan ze de cedermaaltijd eten en denken aan het verhaal van de Uittocht.
Het kind zingt niet vragend: “Waarom was” maar “Waarom is”. Deze avond en deze rituele maaltijd wordt opnieuw gevierd. Het verhaal van de uittocht wordt opnieuw beleefd. Nu. Hetzelfde gebeurt bij ons met het sacrament van b.v. Het Heilig Avondmaal geeft ons de gelegenheid opnieuw de bovenzaal te betreden met de vrienden van Jezus en mee aan te liggen aan tafel. Herbeleving.
Wat heeft onze heilige of mystieke tijd nu te maken met dat verticale van Barth? In deze sacrale tijd wordt als het ware voor even de beleving en ervaringen van die inslag van Gods handelen in onze tijd herbeleefd. Dat is bij ons christelijk geloof de band tussen de tijdloze God en de tijdige mens.
Mytisch
Deze tijdloze tijd die wij herbeleven zijn omgeven en weergeven in verhalen. Geen geschiedenisverhalen, dat is seculiere tijd. Nee in theologische verhalen in tijdloze tijd. Verhalen gevuld met met theologische invullingen, met mythische beelden, met ervaringen met Datgene wat zich aan onze werkelijkheid onttrekt. Alleen om deze tijd in onze tijd werkelijk te maken hebben we de taal nodig, die wij kennen en de beelden, die wij kennen. Maar wij spreken in beelden omdat deze werkelijkheid verticaal op ons horizontale rationele leven staat.
Probleem is wel dat de schrijvers van de Bijbelboeken voor hun verslag moesten grijpen naar (mythische en theologische) beelden die niet ingebed zijn in wat wij nu logisch, normaal en aannemelijk vinden.
Daarvoor is kennis en uitleg nodig. Iets dat wij hopen te vinden in de prediking maar misschien vooral in verdieping en vorming.
De gedachte van het parallel lopen van de verhalen en onze werkelijkheid functioneert niet echt dus. Maar bij begrip en inzicht dan worden de mythische beelden duidelijker en de verhalen kunnen worden herbeleefd. Buiten de tijd in onze tijd begrepen. U begrijpt dan ook op die manier het lied kan worden gedicht: “En 't zijn de joden niet”. Wij hebben in het horen van de verhalen en beleven van rituelen en sacramenten een mystieke ervaring die steeds herhaald kan worden.
Wij komen dan in een volgende fase van naïeve beleving. De tweede naïviteit.
Beelden bij hemelvaart
Wanneer in de preek de beelden voor ons in hun context gezet worden, worden de dingen theologisch duidelijker. Of liever maken het voor de gelovige mogelijk de vertelde gebeurtenis zelf mee te maken. De theoloog die zijn evangelische boodschap wilde vertellen aan zijn hoorders grijpt terug op beelden met een Grieks mythologisch karakter maar ook met een Joods karakter. Ik neem de hemelvaart zoals uitgelegd als fenomeen in de traditie van Henoch, Elia, Mozes. Zou dit dan niet aan de in zijn ogen nog grotere profeet dan Mozes, met Jezus, ook toegeschreven moeten worden. Waargemaakt moeten worden? Zou de Wolkkolom niet in verband moeten worden gebracht met deze Man? U ziet de schrijver speelt een ernstig spel en schildert een tijdloze werkelijkheid. Het valt buiten onze werkelijkheid maar wij kunnen (steeds) weer deelnemen. De vraag van 'echt gebeurd of niet' is onjuist. De vraag “willen wij dit beleven ja of niet?”, die is relevant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten