maandag 31 oktober 2011

Context

Een woord hoort thuis in zijn omgeving. Daar heeft het pas een betekenisvolle plek. Uitgelicht is de betekenis vaak niet meer dan een kreet. En dan soms ook nog dubbelzinnig.
Vroeger was het in mijn persoonlijke mythe van het gereformeerde christendom gewoonte om een tekst volledig geïsoleerd als basis te gebruiken voor een preek. Aan de omgevende teksten werd niet of amper aandacht geschonken. Ik herinner mij dominee Baas.

Toen ik een jaar of tien, twaalf was, preekte deze dominee op zondagmorgen in de Bethelkerk over de woorden: “als een gouden ring in een varkenssnuit”. Hij moet uit de NBG gepreekt hebben, want in de SV staat het woordje 'bagge'.
Na afloop van de dienst daalden mijn vader, Hendrik Snijder en J(oh)annes Romkes de Prins Hendrikstraat af richting huis. Buitengewoon enthousiast over de woordkunstenaar Baas en zijn gehouden preek. Ik herinner mij de preek alleen doordat ik de kernzin visualiseerde en dat bijzonder komische beeld bleef mij tot op heden bij.

Een ander beeld uit dezelfde mythische tijden. Toen de gereformeerde kerk op Urk nog (be)stond als een werkelijk gereformeerd blok, waar echte mannenbroeders de dienst uitmaakten. Kuyper voorzag hen van inzichten op kerkelijk, maatschappelijk en cultureel terrein. Op de jongelingsverenigingen werd voor de pauze een bijbels/theologisch probleem ter hand en in de mond genomen. Na de pauze was het de beurt aan maatschappij en cultuur voor een onderwerp. Helaas was dat in mijn tijd al een beetje afgezakt naar het voorlezen van een gedicht met gewenste, vrome inhoud. Mij staat bij dat verschillende malen het gedicht “De Tuinman en de Dood” van P.N. van Eyck en “Vitellus, de wafelverkoper” van Piet Paaltjens langskwamen. Stilaan stolde de traditie inplaats een voortgaande stroom te zijn waar dingen bijkomen en stukjes afgaan. Geen herinterpretatie, geen opnieuw ijken. Het gestolde inzicht kon/mocht alleen steeds weer bevestigd en niet ter discussie gesteld.

Het voordeel van het losmaken van een paar woorden uit zijn context heeft het voordeel, dat je eigenlijk alles kunt zeggen. Als een tovenaar datgene uit je hoge hoed toveren wat je je toehoorders wilt laten zien of geloven.
De werkelijke ooit bedoelde betekenis binnen zijn hoofdstuk, boek of leefwereld van schrijver en eerste hoorder doen dan niet zozeer ter zake. De opvatting van de spreker/prediker of de groepsopvattingen zijn bepalend en betekenisgevend.

De oudvader Smytegelt zag kans om 145 preken over “Het gekrookte riet” te houden. Ik kan niet beweren ze allemaal gelezen te hebben, maar ik kreeg de indruk dat zijn opvattingen bepalend waren en niet zozeer de Bijbelse context.

En daarmee kom ik op mijn punt. Bij het luisteren naar de bijbel, dient niet onze opvattingen de leesbril te zijn, zodat de bijbel op de tweede plaats komt. Ook onze ervaringen zijn ook niet de leesbril waar we teksten bij zoeken. Dan zou ook de tweede plaats gereserveerd zijn voor de bijbel.
Wanneer je bijbel als basis wilt, neem hem dan serieus. En voor een goed begrijpen is uitleg over de context, dat wat onze voorlopers hoorden en wilden zeggen, evident.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten