maandag 5 december 2011

Comfort Zone

Zoals we allen weten is het muzikale alfabet geen lineaire reeks maar een cirkel. Dit alfabet begint bij de B van Bach en eindigt weer bij de B van Bach. Zeker, maar toch heeft bijvoorbeeld Haendel enige aardige stukjes geschreven. We moeten dus niet eenkennig worden wat cultuur betreft. Een eenzijdige kijk daarop leidt zo maar naar afkeer van alles wat niet in de eigen identiteit past. Ja, tot afbraak van veelkleurigheid en veelstemmigheid. U zult dat met mij eens zijn. Afgelopen zondag, 4 december 2011, gingen wij gebruik maken van het culturele gedeelte van het geschenk, dat wij van onze kinderen kregen ter gelegenheid van ons 40 jarig huwelijk. Een uitvoering van de Messiah van Händel in het concertgebouw in Amsterdam. Tot mijn genoegen zag ik boven het zittende publiek opeens Klaas-Jelle Koffeman uittorenen. Zou ik daarmee kunnen afleiden dat er tenminste vier Urkers die middag in de grote zaal zaten en wij dus met enige zekerheid kunnen stellen dat wij hier op Urk niet eenkennig zijn op cultureel gebied? Nadat ik even wennen moest aan de tempi van Pieter Jan Leusink zat ik spoedig helemaal ‘in’ het stuk. De prachtige zang van solisten en koor en de uitstekende instrumentale muziekkanten heeft tot gevolg dat je direct in je tweede naïviteit komt en je alles weer gelooft. Dat wordt veroorzaakt, denk ik, door dat alles precies klopt hier in het muzikale universum dat in die paar uur wordt geschapen door de driftkikker Leusink. Springend, grimassend, playbackend, laat hij alles precies op z’n plekje vallen. Alles klopt in dit universum. Alles is geloofwaardig. Dat gevoel of liever die instelling heb ik ook bij sommige schilderijen en boeken. En zeker bij orgelwerken van Bach. Ze nodigen je uit tot deelname aan hun eigen wereld, die speciaal voor de beschouwer, hoorder of lezer geschapen lijkt. Ze vangt je zonder je gevangen te houden. Het geeft je vrijheid zonder dat die ten koste van een ander gaat. En ook geeft het je soms een stootje, die je uit je ‘comfort zone’ haalt en je dwingt tot nemen van risico om zelf creatief te zijn. En dat geeft voor mij de betekenis van geloof, religie zo u wilt, weer. Mens wordt wakker en creatief. U begrijpt dat wij dankbaar waren met het cadeau van onze kinderen. Of misschien nog beter, met kinderen die zulke cadeaus geven!

vrijdag 2 december 2011

Klaosies kissien

Niegeninniegentigtig was ze in kwam te sturreven. Et mos allemaol gank, gank. Alliendes de eemel kriet. In de bomen om et karkof dingen mie in druupen van et emelwaoter. De raven in de boomen zeenen: “Ze eawen er onger de groend edrokt. “
De femilie zat binnen de korste keren om de tafel in et kleane kamertjen om of te urreven. Nou zou et weezen. In de kesse sting achter de rollen ullen in dessies et kissien van Klaossien. Dat was een vermaard kissien in de iele femillie. Toe Klaossien ofelegd worde, adden ze verzichtig et sleuteltjen an et kettekien om er nekke ofedoon. Et mog ers wegraken. Et zou weezen! Klaossien ad altoos ezegd tuugen ‘r dochters in laoter kleandochters: “Zurg dat er een mast after de ullen legt”. Et dekseltjen klikte eupen. In et kissien lag alliendes een brieffien. “Gien moed vist ok” sting er op.

(Bedoeling was: sprookje in 150 woorden, inclusief titel)