maandag 18 juli 2011

Tussen waan en werkelijkheid

Onlangs verscheen er een boek over de 'reformatie' van een eiland. Nee, niet Urk. Het betrof het eiland Schouwen-Duiveland in 1606 ! Geschreven door Fred van Lieburg. Waarom ik dit boek hier noem, behalve als leuke eye catcher, komt doordat de ideeën van de vroede vaderen daar in kerk en magistraat een 'Aha-erlebnis' bij mij oproepen. Laat ik het duidelijk maken.

Na de Reformatie wilde het nieuwe calvinistische geloof het eiland in het korset van de eigen zeer gewenste levenswijze persen. Willem Teellinck, bij de reformatorische christenen ter rechterzijde hier gekend en bemind, was de grote initiator. Hij stond een puriteinse, wereldmijdende levenswijze voor met een absolute zondagsrust als hoogtepunt. In voornoemd eiland werd dat krachtdadig aangepakt in eendrachtige samenwerking tussen de burgerlijke overheid en de kerkelijke overheden. Waarbij duidelijk mag zijn dat de (hervormd-gereformeerde) kerkenraad de koers aangaf en de leiding had.
Van de oorspronkelijke verdraagzaamheid voor andersdenkenden in de Republiek der 7 verenigde Nederlanden bleef niet veel over. Gedogen vooruit, maar het openbare leven wordt gedomineerd door de reformatorisch-gereformeerde opvattingen.

De predikanten voelen zich verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en zeden. En laten dat in woord en geschrift duidelijk blijken. En ook de magistraten worden aangespoord hieraan vanuit hun verantwoordelijkheid te werken. En dit door wetgeving, regelgeving etc duidelijk te beïnvloeden. Voor degene, die half in dit stukje invalt, ik heb het hier over ca. 1606 over het eiland Schouwen-Duiveland en niet over het hedendaagse Urk !
Maar helaas de natuur is sterker dan de leer. Ook op Schouwen-Duiveland bleven dingen voorkomen die de instemming van de reformatorische broeders niet hadden. Ja het ongenoegen opriepen en de roep om om banvloeken....

Gelukkig is het nu 2011. En moeten we leren dat we samen moeten leven. Dat een burgerlijke overheid haar eigen verantwoordelijkheid heeft zonder dat die samenvallen met kerkelijke opvattingen.
Laten we blijven bij onze eigen samenleving. Ook daarin heeft het merendeel van de herders der kerkelijke gemeenten blijkbaar het idee dat zij verantwoordelijk zijn voor heel Urk. En dat hun opvattingen de juiste norm laten zien waarin de Urker samenleving moet blijven. En elke ontwikkeling die zich voordoet end op min of meer gespannen voet daarmee staat, een ernstige bedreiging is!
Zij kiezen daarbij niet de weg van de dialoog. Een dialoog immers gaat uit van een respectvolle wederzijdse benadering als deelnemer. Een gesprek wordt als onnodig van de hand gewezen. Er wordt gesproken (geschreven) vanuit de eigen ivoren toren van het absolute Gelijk. Dat is jammer want zover ik dat kan nagaan heeft de organisatie van het Fest op alle mogelijke manieren geprobeerd om rekening te houden met de Urker samenleving. En in plaats van gesprek worden er bankvloeken uitgeschreven en relaties gelegd, die op z'n zachts gezegd, aanvechtbaar zijn. Het bevordert het gezamenlijk een weg vinden niet. Al komt er dan elke week een Folder in de brievenbus. Mogelijk gemaakt door de gemeente Urk (?) om in gesprek te blijven en samen te werken aan een leefbare samenleving. Waarbij het stempel verdraagzaamheid is en ruimte voor ieder.

Willem Teellink leefde in de waan dat het hem zou lukken een onuitwisbaar stempel te drukken op een veranderende samenleving. Zou het ons anders gaan? De werkelijkheid was en is immers anders.

vrijdag 1 juli 2011

Beeldvorming



In de huidige maatschappij lijkt het steeds meer om beeldvorming te gaan. Dat geldt voor personen, overheden, bedrijven, organisaties. Maar ook voor landen, steden en dorpen.
Voor sommige mensen is het beeld dat zij oproepen heel belangrijk want bepalend voor bijvoorbeeld hun verkiezingsuitslag. Voor politieke partijen geldt dat evenzeer. Hoe kom ik over bij de kiezer? Er wordt dan van alles gedaan om een gewenst beeld op te roepen. U begrijpt dat een gewenst beeld nog geen werkelijk beeld behoeft te zijn.
Andersom proberen organisaties een negatief beeld op te roepen van de tegenstander(s). Met de moderne media lukt dat soms heel aardig. Ik noem een voorbeeld. De Amerikaanse president wordt in sommige kringen in de Verenigde Staten als moslim aangeduid. Dat gaat dan een eigen leven leiden en wordt de president zelfs gedwongen zijn geboortecertificaat te publiceren. En dan nog !
Wanneer die beeldvorming zo belangrijk is, kunt u begrijpen dat er soms speciale deskundigen worden ingehuurd om die te laten adviseren wat je wel of niet kan doen, zeggen, of (in de politiek) beloven. Houding, kleding, geloof, alles moet in overeenstemming worden gebracht met het gewenste beeld dat als absolute waarheid moet worden opgevat.

Is het vreemd dat de grote Joodse filosoof Levinas beeldvorming met moord in verband bracht? Dat zit zo. Niet voor niets staat er in de tien woorden dat we ons geen gesneden beeld mogen maken. Wij mogen God of de Ander niet vastleggen. Door dat te doen vermoorden wij de Werkelijkheid of de werkelijkheid van de Ander. Ik schrijf Ander met een hoofdletter in navolging van Levinas. Die zegt dat wij God alleen kunnen zien in het gelaat van de ander.
Een voorbeeld van beeldvorming. Bij de omroep Flevoland krijg ik vaak het idee dat men daar alleen het gemankeerde beeld van een excentriek Urk wil laten zien en rukt men uit als je met een kaketoe op je brommer over de haven rijdt.
Het beeld van Urk als excentriek, streng christelijk plaatsje waar alles anders is dan elders lijkt uit de media niet weg te branden.
Maar het “slachtoffer zijn” van een generaliserend beeld betekent nog niet dat je zelf heel voorzichtig bent met de eigen beelden.
Soms lijkt het wel of we ondanks alles de werkelijkheid waarin we leven niet willen zien en steeds weer blijven steken in een gewenst en opgeroepen (vijand) beeld.
En dat soort misvormde beeldvorming kan moord betekenen op een stichting, organisatie, een persoon, bevolkingsgroep, een dorp, een staat. Welk beeld willen we laten zien en welk beeld is werkelijkheid? En in hoeverre kun je of wil je er iets aan doen wanneer wij of de ander de werkelijkheid niet onder ogen willen zien. Dat is de vraag.